kampvuren langs de ijssel
Veluwerally 2018
Het is de laatste zondagmorgen in september. Om zeven uur word ik wakker in mijn tentje en ik hoor de mensen om mij heen zo weinig mogelijk geluid maken. De Veluwerally begint!
Gisteren, zaterdag, was de voorbereiding. Kano’s op de auto, kampeerspullen erin en reizen naar de stadscamping in Deventer om de tentjes op te zetten. Omdat de Veluwerally geen rondje is, moest de auto naar het eindpunt in Kampen en wij weer terug naar de start in Deventer. Morgen gingen we vijftig kilometer varen en vandaag hadden we er al tweehonderd gereden … sport is mooi maar efficiënt is anders.
In mijn warme slaapzak houd ik het nog even uit. Dan opstaan, ik zie dat er al kano’s naar de waterkant zijn gedragen. Rondom ons wordt het al leeg.
Naast de kanotocht is er nog een attractie, die is alleen voor ons. Kanoërs zijn dol op leuke spullen dus Karen had haar kleine kampvuur meegenomen. Wat een goed ding! Takjes erin, vlammetje erbij, in een ommezien is er een vrolijk vuurtje en we maken warm water voor de thermosflessen. Jammer dat het vuur weer uit moet, maar het is ook voor ons tijd om het water op te gaan.
Het eerste stuk gaat soepel. Toch kunnen we merken dat het water van de IJssel laag is na de warme droge zomer. De strekdammen steken hoger uit het water en de strandjes hebben een extra rand. Lastig voor kano’s maar ook voor de koeien die dorst hebben.
We houden pauze bovenop een duintje en we zien de kano’s die we onderweg hebben ingehaald weer langskomen. Omdat het zo leuk is steekt Karen het vuurtje weer aan en we maken verse koffie. Prima plekje hier, de zon komt erbij, nog een bakje? Ja graag hoor. Er komen steeds minder kano’s langs, oeps, zou het tijd zijn om verder te gaan?
Terug op het water merken we dat de stroming er bijna uit is. Het is werken geblazen nu.
Allebei hebben we de rally al een keer of wat gevaren en we oriënteren ons op de bekende punten langs de route. Op één plaats ontbreekt een bekend uitzicht, de schoorstenen van de IJsselcentrale zijn afgebroken. Het is een kaal gezicht en we vragen ons af wat er is gebeurd met de slechtvalken die daar nestelden. Thuis zoek ik het uit, het blijkt dat ze een nieuw thuis hebben gevonden een stukje verderop. Van kolencentrale naar zendmast, ook vogels gaan met hun tijd mee.
We passeren Zalk, hier is een bekend strandje waar we nog eens pauzeren. Dit is meestal de plaats waar de vermoeidheid begint op te spelen en vandaag is dat ook zo. Vreemd eigenlijk, in het verleden hadden we hier tachtig kilometer achter de rug en nu pas dertig. De stroming die ons helpt is er niet meer. De afgelopen kilometers hebben we allebei zitten rekenen, hoe ver is het nog en hoeveel tijd hebben we? Het is nog een paar uur werken maar we halen het wel. Ook dat is de sfeer van de Veluwerally.
Een volgend groepje komt aan op het strandje. Wij gaan het water weer op. Er is wat wind bijgekomen en we peddelen ons warm.
We varen de brug-die-niet-genoemd-mag-worden onderdoor en Kampen komt in zicht, maar we zijn er nog niet. Het vroegere eindpunt bij de molen peddelen we nu voorbij en we gaan heel Kampen door, dit zijn de nieuwe laatste loodjes. Over het stadsgezicht worden we het niet eens, de een vindt het mooi en de ander kan het niet meer boeien. Uiteindelijk zijn we allebei blij dat we het eindpunt in de jachthaven bereiken. De oever is hoog, maar gelukkig eindigt de tocht op een botenhelling waar een vrijwilliger ons de laatste meter een steuntje geeft, zodat we met droge voeten kunnen uitstappen. Zo, dat hebben we gehaald.
Er druppelen nog wat peddelaars binnen, ook aan hen is te zien dat het een hele tocht is geweest. Samen blazen we even uit, na een paar minuten komen de praatjes weer terug maar we vinden toch dat de medaille deze keer meer dan verdiend is.