wormer- en jisperveld & de zaan
De laatste kanotocht was lang geleden.
Het leven en alles wat er op en er aan zit, de pandemie, aanleidingen genoeg om thuis te blijven maar het is veel beter om erop uit te gaan, bijvoorbeeld door een toer met de kano te maken zoals wij deden op 29 augustus.
In de afgelopen week zag ik mijn kano weer eens in de loods van KV Edam en dat was een kleine aanslag op mijn geweten. Zoveel stof als er op mijn boot lag, dat wil echt niemand.
Een doekje erover en een rondje door Edam maakten mijn stemming al een beetje beter. “Zou het een goed idee zijn als je zondag weer eens meevoer?”, zei iemand. Het vervolg is al min of meer weggegeven in de eerste alinea, dat was inderdaad een goed idee.
We zijn met vier, Carl, Jan, Karen en Theo. Dat past prima in de auto van Jan, en die rijdt naar het startpunt in Wormer.
Tocht 39 van Rob Nuij* zouden we doen. Die begint helemaal niet in Wormer maar komt daar wel langs, bovendien parkeert het daar prettig en misschien kunnen we na afloop nog wat noodzakelijke boodschappen (ahum) doen bij de firma Bloem. Al met al een logische keuze voor ons startpunt.
Plons, vier bootjes gaan het water in en we zitten meteen in het grootste open water van de tocht. Niet voor lang, want na tien minuten varen we in de slootjes van het Jisperveld. De vogels houden ons in de gaten: eendjes en waterhoentjes op het water, brandganzen en nijlganzen op het land, en in de lucht boerenzwaluwen, kleine sterns en af en toe een meeuw.
In de bredere watertjes lijken een soort kunstmatige eilanden te zitten, dat zijn baggerbuffers die moeten dienen om het water diep en helder genoeg te houden (klik voor uitleg).
Veel mensen hebben hier een eigen stukje. Op een van de eilandjes staan zoveel borden met verboden toegang dat we nieuwsgierig worden en bijna gaan kijken wat daar zo interessant is, maar we houden ons in en nu zullen we het nooit weten.
We kronkelen door slootjes, komen nog eens op het grote water van het Zwet en maken een grote bocht om het kleine dorpje Jisp. Daar trekt een speedbootje met veel moeite een groot vlot dat bevolkt wordt door een heleboel brakke jongelui die op bierkratjes zitten, we denken dat ze een mooie zaterdagavond achter de rug hebben.
Zelf zijn we niet brak maar we hebben wel zin in een pauze. Het begin- en eindpunt uit het boekje, de Jispersluis, is een mooi pauzeplekje met een picknickbank. Pas als het begint te miezeren gaan spullen en mensen weer in de kano’s want daar zit je droger en warmer.
Met vier personen kun je een heleboel boeiende gesprekken hebben en zo gebeurt het dat we opeens de verkeerde kant zijn opgevaren. Terug? Maar hoe? Het kaartje bij de route is alleen duidelijk als je goed vaart. Met de niet-zo-romantische-maar-wel-praktische gps achterhalen we waar het fout ging en we vinden de juiste route weer. Volgens de beschrijving komen we langs amerikaanse windmolens. Wat zijn dat eigenlijk? Volgens sommigen moeten we uitkijken naar van die grote metalen roosmolens maar kennelijk zijn die kleine met vier wieken ook amerikaans. Bij zo een komen we uiteindelijk terecht en hier dragen we over naar de Wormerringvaart. Van daar gaat het naar de Zaan.
Na de slootjes van het Wormerveld is de Zaan heel anders, breed en druk. We varen door een industrieel landschap met oude en moderne gebouwen. Een paar eeuwen verschil met een paar meter ertussen, dat is een boeiend gezicht.
De Zaanse Schans verderop heeft wat plukjes toeristen getrokken op deze zondagmiddag. Hello! We zwaaien terug en zijn goed voor een plaatje in een foto-album aan de andere kant van de wereld.
Er is nog een ander gezelschap, op een luxe jacht dat een rondje om ons heen draait.
Vanaf het achterdek daalt een kleine stofwolk over het water. Iemands laatste wens denken wij, uitgestrooid te worden over de Zaan. Het is vreemd om daar pardoes zo dicht bij te zijn en we hebben even nodig om dit te verwerken.
Het stuk over de Zaan lijkt langer dan het kaartje aangeeft. We proberen ons te oriënteren op de zendmast bij Wormer, die nu aan de ene en dan aan de andere kant van het water lijkt te staan en soms verdwijnt achter de silo’s. Geen idee hoever we zijn maar uiteindelijk zien we bekende gebouwen waaronder de Adelaar met die grote (betonnen!) vogel op het dak, en dan weten we het weer een beetje.
Het is nog even doorpeddelen naar de Poelsluis. Als we daar zijn komt de sluiswachter naar buiten om ons te schutten; zijn blik is strak gericht op het sluiten van de slagbomen, het openen van de brug en het openen, sluiten en weer openen van zijn sluisdeuren. Geen moment valt hij uit zijn gewichtige rol. We zwaaien en roepen een vriendelijk dankje, dat zal hij toch wel gehoord hebben.
Het is een paar minuten voor vijven als we aankomen bij ons startpunt en als we op de kant zijn is er geen tijd meer om nog te gaan shoppen. Jammer? Ach, we hebben een mooie tocht gevaren zonder spullen te kort te komen dus het winkelen moet maar wachten.
Het was goed om weer eens een tocht te varen. Mooi water, boeiende gesprekken, wat een fijne dag.
* Het boek Kanonatuurroutes Noord-Holland van Rob Nuij telt 65 routes, het is onder andere te koop bij kajakcentrum Arjan Bloem in Wormer.