rond de beemster
Alweer een week die nergens heen ging behalve thuis. De mensen die ik spreek hoor ik in de telefoon en zie ik op een schermpje. Mooie uitvindingen, daar niet van.
De uitstapjes gaan naar de buurtsuper en de glasbak en door de buurt waar we wonen. Dat worden nog eens echte attracties.
Vandaag met de fiets even door de wind rijden, gewoon kijken naar de lucht en de kleuren van de lente. In de Beemster zijn ook bollenvelden, hoewel hij (of zij) daar niet beroemd om is.
Het eerste bollenveld is al vlakbij. Het ligt wat verder van de dijk af, goed dat er een zoomlens is.
Leuke schaapjes hebben ze er ook. Ze passen in mijn fietstas zo te zien, zal ik er eentje meenemen?
Aan de westkant van de Beemster zijn de bloemen wat dichterbij. Dat is veel kleuriger en je ziet ook dat het tulpen zijn.
Ik ben niet de enige die er het mooie van ziet, want terwijl ik foto’s maak stoppen er nog een paar fietsers die een plaatje maken.
De Noordenwind is niet koud maar ik merk heel goed het verschil tussen de Quest en de racefiets. Verschillend maar allebei heel fijne fietsen. Na een week op mijn bureaustoeltje is de houding op de racefiets heel prettig om de rug eens anders te gebruiken.
Het brugje in Schermerhorn is niet het noordelijkste puntje van het rondje, dat dacht ik eerst wel maar de kaart laat het anders zien.
Hobrede staat niet bekend als een bijzonder romantisch oord maar het ziet er heel knus uit met het rijtje knotwilgen.
Het gezicht op Kwadijk met zijn kenmerkende hoogbouw betekent dat het tochtje bijna voorbij is. Eerst even kijken over het koolzaad heen.
Langs de Purmerringdijk heeft iemand zijn muurschildering gemoderniseerd en aangepast aan de coronatijd. Melig maar leuk genoeg om even te stoppen.
Lekker rondje, net geen 50 kilometer.
Aan het kaartje zie je bijna helemaal de omtrek van de Beemster. Het kan nog wat nauwkeuriger maar daar was het niet om te doen.