een stukje omringdijk
Eindelijk weer eens een stuk fietsen, wat houdt me tegen? Dat weet ik ook niet maar er was kennelijk genoeg om me een hele tijd binnen te houden.
Genoeg gemiezemuisd, vort!
Batterijen opgeladen *, kaart en camera in de tas, banden opgepompt en, om de sfeer van het opgesloten zitten nog even vast te houden, water en brood mee.
Terwijl ik de banden nog wat lucht geef hoor ik de buren met hun nieuwste kleinkind naar het klimrek gaan en als ik klaar ben met pompen komen ze alweer terug, er moet alweer verschoond en gevoed worden. Hopelijk houd ik het buitenspelen wat langer uit vandaag.
Het plan voor vandaag is een stuk van de Westfriese Omringdijk te rijden, in ieder geval van Hoorn naar Enkhuizen, Wervershoof en dan maar zien.
Dit is een deel van het “H-E-M-rondje” dat Pé Koomen regelmatig rijdt vanuit het Noorden en ik heb het ook wel eens gedaan vanuit het Zuiden.
Pé’s omzwervingen verschijnen op http://questie-van-tijd.blogspot.com/.
Dicht bij huis is het al mooi in het zonlicht. Noord-Holland, yeah!
Voor een keer is Hoorn niet moeilijk om doorheen te rijden. Dit doorsteekje moet ik onthouden, hoewel verdwalen in het centrum wel gezellig is als we weer onder de mensen kunnen komen.
Verderop is de dijk naar Enkhuizen altijd fijn om te rijden, ook met tegenwind zoals vandaag. In de letters hierboven is iets van de dijk te zien.
Het zal iets met de windrichting zijn, op het surfstrandje zijn wel mensen maar gesurft wordt er niet. Op het IJsselmeer bij het vluchthaventje is een kanoër bezig in de niet zo hoge golven. Dat ziet er ook fijn uit.
Vlak voor Enkhuizen haal ik een rustige toerist in. Hij is geen snelle fietser maar omdat ik af en toe even stil sta voor een foto, iets drinken of kijken op de kaart zullen we elkaar nog een keer of wat tegenkomen. Grappig.
De Drommedaris steekt lekker af bij de Quest.
Een zeldzaam verschijnsel is de streep in de lucht, er zijn nu weinig vliegtuigen en door het warme weer trekken ze ook niet zo veel strepen.
Krentebollen blijven heel lang vers en dus eet ik een verse krentebol die ik een tijd geleden heb gekocht. Dat is weer voor kilometers brandstof.
Een groepje toeristen maakt vriendelijk plaats als ik bel. Hun anderhalve meter is zuinigjes maar wat moet je anders, ik rijd er maar tussendoor.
Bij de Gelderse Hoek staat vuurtoren de Ven al een paar honderd jaar. Over het water heen zie ik land aan de andere kant maar ik weet nooit of ik hier Friesland zie of de Noordoostpolder. Ik denk de laatste.
Verderop komen een paar ruiters aan. Even stoppen in de berm lijkt me verstandig want paarden zijn vaak schrikachtig. De ruiters zijn dankbaar en merken op dat hun paarden meer schrik hebben voor “die gele” die ze hier wel eens tegenkomen. Deze durven ze beter langs.
“U bent toch niet van die gele fiets?” vragen ze. “Nee mevrouw, mijn fiets is blauw”. “O ja”. Het is een beetje surrealistisch gesprek daar op de dijk.
Bij Wervershoof merk ik dat mijn conditie niet zo geweldig is, ik begin moe te worden. Medemblik – ook daar alle terrassen gesloten – zal het vandaag zonder mij moeten doen.
Ik sla van de dijk af en rijd via Hauwert, Wognum, Avenhorn en Oosthuizen terug naar huis. Het was een mooi rondje van 115 km en de spierpijn de volgende dag valt erg mee.